is werknemer (werkt voor een bedrijf, school, overheid,…)
is zelfstandige of helper (heeft een eigen zaak (winkel/bedr
is werkloos en zoekt werk (stempelt)
krijgt een uitkering van het OCMW
is voltijds huisman en ontvangt geen vergoeding
is gepensioneerd of op brugpensioen / prépensioen
is ziek, werkonbekwaam of invalide
is met loopbaanonderbreking/ tijdskrediet
andere
mijn vader is overleden
weet ik niet